Het kantoortje zit een beetje verstopt onder het balkon van het Palazzo. Naast een Chinees restaurant in een buitenwijk van Rome, mijn wijk.
Ik moet mijn net aangeschafte scooter op mijn naam zetten. Als ik de drempel overga laat ik de 21e eeuw achter me en stap de jaren 50 binnen. De kalende, vriendelijk lachende oudere man verwelkomt me. ‘Buongiorno.’ Hij zal een jaar of zestig zijn, zijn blauwe pak zat ooit als gegoten. Net als zijn kunstgebit.
Eenmaal gezeten op één van de lederen stoelen kijkt hij mij over zijn leesbril aan. ‘Carta d’Identità e libretto, per favore.’ Ik haal het kentekenbewijs uit mijn tas en geef t aan hem. Op een blocnote schrijft hij mijn naam over en vraagt om wat voor scooter het gaat. ‘Liberty 125’, antwoord ik.
Hij staat op, legt de hoorn van de haak en verontschuldigt zich. ‘Ben zo terug.’
Mij achterlatend tussen de Maria beeldjes en een aftandse typemachine. Het meest technologische attribuut in het kantoortje, buiten mijn telefoon.
Na een minuut of tien is hij terug met een kopie van mijn identiteitskaart en kentekenbewijs. Of ik even wil tekenen. ‘Olandese allora?’ Ik krijg niet de kans te vragen waarom iemand wiens werk voor een groot deel bestaat uit het kopiëren van documenten geen kopieerapparaat heeft. ‘Maar wat doe je dan híer?’ De vraag die ik al ontelbare keren beantwoord heb. ‘Gewoon omdat ik Rome zo geweldig vind.’ De verbaasde blik heb ik ook al vaak gezien.
Ondertussen concentreert hij zich weer op zijn administratieve werk. In een boekhouders handschrift, en met de tong tussen de lippen, schrijft hij alle gegevens op een groen papier. Of ik even wil tekenen. ‘Daar, daar, daar en daar.’
Ik overhandig hem de E175,– en vraag wanneer de documenten klaar zijn. ‘Over een dag of 40.’ Voor de tussentijd krijg ik een, slecht geprint, A4-tje mee, met mijn handtekening. Daar, daar, daar en daar.
P.S.
Na ruim drie maanden heb ik eindelijk de papieren opgehaald. Toen ik binnen kwam zat de eigenaar een peertje te eten. Of ik even geduld had. Nadat hij de zorgvuldig geschilde peer had weggewerkt, de schil had opgeruimd, het bureau had schoongemaakt en zijn handen had gewassen, ging hij zoeken naar de ‘atto di vendita’. ‘Wat was de naam ook al weer?’ In slowmotion overhandigt de gedistingeerde, maar iet wat versleten, heer mij het document. ‘Nu nog de sticker.’ Na even graven tussen de paperassen vindt hij de laatste element voor de definitieve overschrijving, een sticker die onder die van de vorige eigenaar moet worden geplaatst op het kentekenbewijs. De scooter is eindelijk echt van mij.